"Sociale wijkteams gaan niet werken als er geen echte verandering komt"
Oktober 2014
Artikel uit 'Binnenlands Bestuur'
Koortsachtig enthousiast werken gemeenten plannen uit voor de jeugdzorg. Met de nieuwe Jeugdwet krijgen zij ruimte en beleidsvrijheid om de ondersteuning van ouders en kinderen vanuit één plek met één budget beter te organiseren. Vernieuwing zal moeten leiden tot daadwerkelijke verbetering voor ouders, voor jeugdigen en voor professionals. Vernieuwing zal ook moeten leiden tot verbeterde en eenduidige beleidsinformatie voor gemeenten én tot aanzienlijke kostenreductie. Vernieuwing van de zorg voor jeugd moet echter geen cosmetische aanpassing worden.
In veel gemeenten worden sociale wijkteams opgetuigd om de ‘3 D-s tegelijk aan te pakken’, waaronder ook de jeugdzorg. Professionals die werken met ouders en jeugd moeten teams gaan vormen met professionals die zich bezighouden met ouderen- en volwassenproblematiek. Die teams heten sociale wijkteams. Deze sociale wijkteams worden krampachtig samengesteld met professionals uit zoveel mogelijk organisaties werkzaam in de gemeente. Zij worden uitgeleend vanuit hun eigen instelling en blijven daarmee, hoe je het ook wendt of keert, het belang van de instelling dienen. Met het bestaande wordt iets schijnbaars nieuws neergezet. Het systeemprobleem lijkt echter te worden vervangen door een nieuw systeemprobleem. Vragen als: hoe ziet deze wijk eruit, welke mensen wonen er, wat zijn de problemen van die mensen dus welke professionals hebben we nodig in deze wijk om de problemen op te lossen, zijn geen basis voor de samenstelling van het team. Hoe het verder moet met zo’n team als de projectstatus eraf is, is niet duidelijk. Gemeenten schuiven die vraag voor zich uit. Hoe het verder gaat met de organisaties is ook niet duidelijk. Worden zij een soort uitzendbureaus van professionals?
Het argument voor één sociaal wijkteam zou zijn dat het team iedereen helpt in de wijk; van jong tot oud. Of het nu gaat om een scootmobiel, hulp bij het huishouden, een eenzame man met psychische problematiek of het begeleiden van ouders en leerkrachten die de woedeaanvallen van een 12 jarig kind niet meer aankunnen. Alles moet vanuit één team kunnen. Wat is eigenlijk het nut om de zorg voor ouderen en (chronisch) zieke volwassenen en voor gezinnen met kinderen te combineren? Wat gaat hierdoor beter, makkelijker of is goedkoper?
De deskundigheid om (chronisch) zieke ouderen te helpen en de deskundigheid om ouders te helpen met de opvoed- en ontwikkelproblemen van hun kinderen verschilt sterk. Het komt ook zelden voor dat beide problemen in één huishouden spelen. De professionals in een dergelijk samengesteld team hebben dan ook weinig met elkaar te delen en te bespreken, en dat is jammer. Professionals die zich vanuit een brede oriëntatie op één groep richten, sterken elkaar, houden zinnige intervisie besprekingen met elkaar en houden elkaar scherp.
Een sociaal wijkteam wordt geleid door een teamleider, gebiedsregisseur of transitiemanager, soms in dienst van de gemeente. Wie besluit in het team wat er gebeuren moet? De teamleider? Wordt het team een verkapt indicatieorgaan, een soort CIZ, en wordt er vooral veel overlegd over cliënten? Het kunstmatig bijeenbrengen van professionals die zo ver van elkaar staan in sociale wijkteams is een zwaktebod, leidt tot (te)veel overleg en is bovendien bijzonder kostbaar. Echte innovatie is hard nodig! Voor echte innovatie moet je systemen durven omgooien of afbreken maar vooral ook koesteren wat waardevol is. In dit geval zijn dat de professionals. Is hen eigenlijk gevraagd hoe zij denken de beste bijdrage te kunnen leveren? Zij zijn immers degenen die mensen helpen met het oplossen van problemen. Geef ze de kans om te doen waar ze goed in zijn. Maak geen ingewikkelde grote teams waarin professionals werken die beroepsmatig niets hebben met elkaar.
Organiseer de zorg- en hulpverlening logisch, plat, simpel en goedkoop. Laat de organisatie van een team over aan deskundigen: de professionals in het team. Zorg ervoor dat ondersteuning slechts het belang van de cliënt en de professionals en hun relatie dient. De rest is ballast en kan weg.
Annemiek de Klein, Buurtzorg Jong
Ferko Őry, Buurtzorg Jong