Corona: een inkijkje in ons werk 3

Wellicht heeft u ons ‘Inkijkje’ en ons eerdere ‘Doorkijkje’ ook gelezen. Beide casusbeschrijvingen zijn bedoeld u een beeld te geven van ons werk en de leefsituatie van onze gezinnen in corona-tijd. Bij deze willen we nog een ‘Doorkijkje’ met u delen. Ook in dit ‘Doorkijkje’ belichten we één van de gezinnen; een willekeurig gezin.

Gezin De Wit

Gezinssamenstelling:

Gezin De Wit bestaat uit: vader, moeder, 4 thuiswonende kinderen (tussen 8 en 19 jr) en 2 uitwonende kinderen (21 en 24 jr).

De twee jongste kinderen volgen basisonderwijs. De twee oudere, thuiswonende kinderen volgen voortgezet onderwijs. De jongste van de uitwonende kinderen studeert en de oudste werkt. Beide ouders werken; vader in onregelmatige diensten, moeder in gebroken diensten (in ochtend en late middag/begin avond). 

In februari 2020 gaan we met moeder naar een oudergesprek op school. Het gaat namelijk niet goed met Stefan, die in groep 7 zit. De leerkracht benoemt dat Stefan veel moeite heeft om mee te komen; als het zo blijft, zal hij niet overgaan naar groep 8. Ook wordt benoemd dat Stefan vaak een vermoeide indruk maakt, veel gaapt en moeite heeft zich te concentreren.  

Wanneer we onderzoeken waardoor deze klachten veroorzaakt (kunnen) worden, laat moeder weten dat Stefan vaak laat naar bed gaat en slecht in slaap kan komen. We spreken af dat we vanuit het Buurtzorg Jong opvoedhulp zullen bieden gericht op goede slaapvoorbereiding.

In de periode na bovengenoemd gesprek brengen we met moeder en Stefan in kaart hoe de dagen, avonden en nachten van Stefan verlopen. Daarbij sporen we op welke helpende en niet-helpend factoren een rol spelen. We spreken af dat Stefan uit school vaker met vriendjes gaat spelen en dat hij zich ook gaat oriënteren op een sport, waaraan hij kan deelnemen. We hopen dat hij hierdoor meer beweging/minder beeldschermtijd heeft. Dit is ook belangrijk om een meer gezond lichaamsgewicht te krijgen.

We noteren wat Stefan zelf kan doen en welke taken bij ouders horen. Vol goede moed pakt ieder zijn taak.

En dan komt corona!

Vanaf week één schakelen we over van huisbezoek naar telefonisch contact; soms met moeder, soms met Stefan, regelmatig met beiden en (met hun toestemming uiteraard) ook met school.

Door de opgelegde maatregelen is het gezin druk bezig zich te her-organiseren. Ouders moeten beiden gewoon werken, waardoor de kinderen veel alleen zijn. Ouders hebben vanaf hun werk wel contact met de kinderen, maar krijgen hen op deze wijze niet (voldoende) in beweging. Van school hoor ik dat het huiswerk te weinig wordt gemaakt. Het vinden van een nieuwe balans in de leefsituatie is voor dit gezin moeilijk. Moeder voelt zich verantwoordelijk voor haar werk, maar ook voor haar thuissituatie. Al gauw wordt duidelijk dat die verantwoordelijkheid bijna geheel op de schouders van moeder terecht komt.

Voor moeder is het frustrerend dat haar man daarin zo’n beperkte rol pakt, maar het is voor moeder vooral frustrerend dat zij de grip op haar gezin verliest, ze kan niet aan alle verwachtingen voldoen.

Samen met ouders bespreken we wat de oudere kinderen van het gezin kunnen doen. Moeder gaat haar oudste (uitwonende) dochter om hulp vragen. Vanaf dat moment pakt deze dochter het maken van huiswerk op. Stefan heeft namelijk 1 op 1 begeleiding nodig, zonder dát verliest hij meteen zijn motivatie en concentratie.  

De oudste thuiswonende dochter wordt gevraagd wekelijks boodschappen te doen. Hoewel het moeder wekelijks veel moeite kost haar dochter zover te krijgen, gebeurt het wel.

Vader, die ook door medische klachten belast is, krijgt de taak dagelijks te zorgen voor de vaat. Het gezin heeft gelukkig een vaatwasmachine, maar bij een huishouden van 6 personen is het toch een klus alle vaat op tijd weg te werken. Moeder moet hierbij leren loslaten, omdat het vaak niet gaat zoals zij het zelf zou doen en graag ziet.    

Ook de drie andere thuiswonende kinderen krijgen taken, waardoor zij gezamenlijk verantwoordelijk worden voor de nieuwe gezinsorganisatie. De taakverdeling wordt door één van de kinderen uitgewerkt in een overzichtelijk schema.

Tijdens onze wekelijkse belafspraak nemen we het schema door en delen we veel complimenten uit voor ieders inzet.

Toch blijven er zorgen, vooral om Stefan, bij wie het schoolwerk toch maar minimaal lukt en bij wie de slaapproblemen toenemen. Van spelen met vriendjes komt weinig terecht (moeder wil ook niet dat hij naar buiten gaat, als zij aan het werk is).

Stefan blijkt nog meer dan voorheen aan zijn beeldscherm gekluisterd.

In overleg met ouders en met school bespreken we de optie van noodopvang (op school). Ouders durven dit in eerste instantie niet aan; ze zijn bang dat het onvoldoende veilig is (gezien het corona-virus).

We stellen het plan bij; Stefan zal ook hulp gaan krijgen van zijn uitwonende broer. De opleiding van deze broer is ook overgegaan op digitaal onderwijs, waardoor hij ook vanuit zijn ouderlijk huis kan studeren. Korte tijd later meldt school dat er een lichte verbetering is in het schoolwerk van Stefan (huiswerk wordt gemaakt). School mist hem nog wel bij de klassenvergaderingen. Er worden afspraken gemaakt om Stefan hierbij toch te laten aansluiten. 

De nieuwe organisatie van het gezin lijkt te werken. Er lijkt meer rust te ontstaan. Moeder voelt zich gesteund door haar gezin en ervaart meer balans tussen werk en privé.